Verenigingen en stichtingen zijn volgens de wet onder voorwaarden vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Hoe werkt dat in de praktijk uit? Onlangs zette de rechter een streep door de recente uitleg van staatssecretaris Snel van het ministerie van Financiƫn.

Wanneer geldt de vrijstelling?

Verenigingen en stichtingen zijn volgens de wet onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting. Van belang is met name dat de winst in het betreffende jaar niet meer bedraagt dan € 15.000. De vrijstelling geldt ook als de winst in het betreffende jaar, samen met die van de voorafgaande vier jaren, niet meer dan € 75.000 bedraagt. Deze laatste grens is absoluut en geldt dus ook als de stichting of vereniging nog geen vijf jaren bestaat, zo legde de rechtbank Gelderland het betreffende wetsartikel uit.

Rechter beslist anders

In deze zaak van rechtbank Gelderland was de inspecteur van mening dat de vrijstelling pro rata moet worden berekend als de stichting of vereniging nog geen vijf jaar bestaat. Dus als de stichting of vereniging bijvoorbeeld drie jaar bestaat, mag de stichting, om voor de winstvrijstelling in aanmerking te komen, hooguit een winst van € 45.000 hebben. De inspecteur baseerde deze mening op een Besluit van de staatssecretaris van 19 september jongstleden. Máár, de rechter besliste anders. Daarmee negeert de rechtbank het betreffende Besluit.

Let op! Gezien de mening van de staatssecretaris, zoals vastgelegd in genoemd Besluit, ligt het voor de hand dat de fiscus in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Deze staat dus nog niet definitief vast.

Heeft u vragen over de winstvrijstelling voor uw vereniging of stichting, neem dan contact met ons op.

Deel dit bericht:

Geef een reactie