Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer recent ingestemd met het wetsvoorstel inzake compensatie van transitievergoedingen bij ziekte. De Tweede en Eerste Kamer vinden het terecht dat er compensatie komt voor een transitievergoeding als er aan het ontslag een langdurige ziekte is vooraf gegaan. De transitievergoeding moet namelijk ook in die gevallen worden betaald.
Hoogte compensatie
De door het UWV aan de werkgever te betalen compensatie hoeft niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de door de werkgever aan de werknemer uitbetaalde transitievergoeding. Het moet in eerste instantie gaan om een vergoeding die is betaald na een ziekteperiode van minimaal 104 weken. Daarbij wordt het laagste bedrag van de door de werkgever gemaakte dubbele kosten uitbetaald; dus of de loondoorbetaling of de transitievergoeding. Het is immers mogelijk dat de loondoorbetaling betrekkelijk laag is geweest als gevolg van een laag loon, maar de transitievergoeding hoger op grond van het aantal dienstjaren.
Aanvraag UWV
Het UWV kan dus een compensatie met terugwerkende kracht toekennen. Het UWV zal de aanvragen controleren. Daarvoor heeft de uitkeringsinstantie informatie van de werkgever nodig. De werkgever dient de volgende documenten te overleggen bij zijn aanvraag:
- een kopie van de arbeidsovereenkomst
- een bewijs van einde van de overeenkomst wegens ziekte
- een bewijs van doorbetaald loon (loonstroken)
- een bewijs van de hoogte van de transitievergoeding
- een bewijs van betaling van deze vergoeding.
Terugwerkende kracht
Op basis van het wetsvoorstel kan een compensatie voor een transitievergoeding bij ziekte met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot 1 juli 2015. Vergoedingen die sinds die datum zijn betaald na langdurige ziekte, komen dus voor compensatie in aanmerking. De aanvraag voor een compensatie met terugwerkende kracht kan worden ingediend vanaf 1 april 2020 tot 1 oktober 2020.
Vragen over de compensatie voor transitievergoedingen bij ziekte? Neem dan contact met ons op.
Deel dit bericht: